Hoe warm het was en hoe ver......Het relaas van een weekend Luxemburg
Eindelijk was het dan zo ver, het weekendje "Divies" uitlaten was begonnen. Het weer was goed dus daar lag het niet aan. Het eerste stuk via de snelweg naar een van de stopplaatsen verliep naar wens. Uiteindelijk begon in Zuid Limburg, na de nodige begroetingen, zich de eerste sub-groepjes te vormen, waarna een ieder op zijn of haar eigen tempo het zonnige België inreden.
Na enige kilometers over slingerende wegen gereden te hebben, werd in Durbuy het terras bestormd. Daar ontstonden de eerste perikelen omtrent het betalen van de consumpties. Sommigen hadden geen Belgisch geld bij zich, terwijl anderen te vergeefs zochten naar een pinautomaat (o.a. een introducé, maar wat kan je DAAR ook van verwachten). Deze groep werd dan ook direct aan een ander tafeltje gezet. Nadat er diverse persoonlijke leningen waren afgesloten en de kredietwaardigheid bij het Bureau Krediet Bewaking was gecontroleerd, kon verder gegaan worden.
Nadat er weer gestart was en de sterke verhalen over bankpasjes vervaagd waren, volgde een mooie en snelle rit naar Diekirch, alwaar de plaatselijke bank door menigeen bestormd werd. Onze introducé dacht dat zij zich nog niet genoeg aan de club had voorgesteld en met een sierlijke slippartij op het natte gras vergastte zij de reeds aanwezigen met een kunstige spagaat. Verontruste omstanders snelden te hulp zodat ik genoeg tijd had om mijn motor te parkeren. (er was geen schade).
Tot laat in de avond druppelden de deelnemers aan het weekend nog binnen. De Chalet indeling was in Weert reeds bekend gemaakt, dus dat gaf geen echte aanleiding tot discussie.
In de plaatselijke kantine werd voor het eten reeds de nodige limonade geschonken, zodat de stemming er voor het diner al goed in zat. Dat de verzorging van de innerlijke mens was prima verzorgd was, werd al direct duidelijk bij het bekijken van de menukaart. Tegen schappelijke prijzen kon er prima gegeten worden.
Na enige glazen koffie van buitenlandse origine (Ierland geloof ik) te hebben genuttigd, werd ik belast met het uiteen nemen van de stapelbedden, omdat ik met 3 dames de kamer moest delen. Of mij dit zwaar leek, vroeg een bezorgde Divist mij, terwijl een ander verontrust vroeg of ik som een triootje vormde. De laatste stelde ik gerust met de mededeling, dat het een quatrootje zou worden, waarna deze opgelucht naar zijn eigen Chalet vertrok.
Zaterdagochtend
Zoals altijd was ik alweer vroeg uit de veren en zette koffie. De dames, nog dodelijk vermoeid van de lange 'reis' en de korte nacht sliepen nog. Niets vermoedend stapte ik onder de douche. Als door een wesp gestoken reageerde de drie kamergenoten, waar of ik het lef vandaan haalde om als eerste te gaan douchen, terwijl zij zich nog van hun ochtendplasje moesten ontdoen. Na ze overtuigd te hebben, dat het NOOIT meer zou voor komen, keerde de rust terug en gingen we weer als vrienden naar de eetzaal, alwaar wij werden vergast op een heerlijk ontbijt. De regen, welke de hele nacht onze motoren had schoongespoeld, was gestopt.
De bestemming Monchau was al vlug gemaakt, maar een kaartlezer was niet echt aanwezig, omdat het gros der aanwezigen de Moezelroute wilde rijden.
Een van ons werd jarig gemaakt zodat de reis toch nog begon. Over slechte, slingerende wegen en langs dromerige velden kwamen wij op enig moment in Prüm aan. 0ok daar moest weer geld getrokken worden, waarna ons 5- tal op een terrasje neerplofte en Kaffee mit Kuchen bestelden. Nou die Tiramishu viel niet mee. Ik persoonlijk had daar in Monchau nog last van, maar dat mocht de pret niet drukken.
Monchau zelf is een heel klein stadje met veel vakwerkhuisjes terrasjes en kleine winkeltjes. Bij aankomst werden wij getrakteerd op een bruiloft, welke op een pleintje werd gevierd. Toen echter het 'bal" begon en de bruidegom het 'change' aangaf, kregen wij het toch wel benauwd.
Gelukkig wist Albert (1 van de 5) een kroegje, waar hij ongeveer 20 jaar geleden eens gegokt en gewonnen had met een speelautomaat... Na een omgang van ongeveer drie kwartier hebben wij het er maar bij laten zitten; was de kroeg failliet of zat de uitbater van het gewraakte etablissement reeds lang op de Bermuda's. Wij wisten het niet.
Na een terrasje nam onze introducé Jacqeline het heft in handen. Zij moest de etensbakken van haar hond nog even ophalen in Champagne, een Belgisch plaatsje in de buurt welke zij was vergeten mee te nemen aan het eind van haar vakantie daar.
Buiten een klein buitje om was het een heel gezellige rit waarvoor ik Hans en Albert nog wil bedanken.
De welkomstsoep lieten wij ons goed smaken en na al weer een glaasje of wat limonade werd de BBQ ontstoken op zo'n manier, dat ik dacht dat er een kleine luchtballon moest worden opgelaten.
Er werd langdurig doorgegeten, maar de voorraden, welke waren aangesleept, waren van een dusdanige hoeveelheid, dat er vermoed werd, dat een jichtige autochtone veeboer, al zijn vee had verkocht en nu ook op zoek was naar de eerder genoemde uitbater van Monchau.
Domper op de feestvreugde volgde later, de slagroomvoorraad was door het nuttigen van enige buitenlandse koffie (u weet wel van de vorige dag) reeds snel op. Even later bleek het Schiedammer bronwater ook op te zijn geraakt waarna de cola met wat anders moest worden aangelenkt.
Toen de bar gesloten was, werd er bij de Chaletjes nog wat nagepraat, gelachen en gedronken, waarna een ieder zijn of haar mandje weer opzocht.
Zondagochtend
Na mijn ervaringen met de dames, besloot ik het anders te doen. Ze lagen nog diep te slapen, maar ik waagde het niet om eerst te gaan douchen. Daarvoor in de plaats heb ik ze omstreeks 8 uur maar wakker gemaakt met de woorden "willen de dames nog plassen", waarna ik mij, gewapend met een schoteltje voor het welbekende kwartje, naast de deur van het toilet spoedde. Echter zonder resultaat.
Het regende nog steeds toen wij gingen ontbijten, maar af en toe leek het weer wat beter te worden. De groepsfoto's werden gemaakt, compleet met het overgebleven vee, wat de slachtbank had overleefd. Het wachten nu was op de plaatselijke kapel, die ons uitgeleide zou doen.
Meneer pastoor bleek hiervan onvoldoende op de hoogte te zijn en hield de mensen langer dan voorzien in de kerk. Met de belofte dat het volgend jaar beter zou gaan, namen wij afscheid van de beheerder van de camping.
Wij hadden besloten om die dag dwars door België heen te trekken, daar het eerste gedeelte van de geplande terugroute reeds bekend was. Met zijn vijven vertrokken wij. Via de Vallee de l'Our kwamen wij in de Weiswampach aan alwaar werd getankt. Dit eerste stukje was een mooie rit, maar door de vallende regen en door bladeren glad geworden wegen wel glad.
Op het moment, dat wij besloten de snelweg dan maar op te zoeken werd het droog en vervolgden wij onze toeristische route. In la Roche besloten wij wat te gaan eten en moest Jacqeline droge sokken aan. Geassisteerd door de eigenaresse van het restaurantje, die met droge handdoeken kwam aanzetten, lukte dit. Nadat zij ook nog de plaatselijke bakkerij kon overtuigen, dat zij geen brood maar wel twee plastic zakken voor haar voeten nodig had konden de bestelde lekkernijen genuttigd worden.
Verkwikt vervolgden wij onze weg. En toen..... toen begon de ellende. Wij waren nog niet op de snelweg of Jacqline haar motor kreeg kuren. Gelukkig gebeurde dit bergje op, zodat het uiterste van mijn mannelijke kracht gevergd werd om te helpen deze Yamaha 'viagra" (Virago) naar boven te duwen.
Als u mij zou vragen, wat vermoeiender is "een motor de berg op duwen of slapen met drie vrouwen, kan ik u het laatste van harte aanbevelen.
Maar dat terzijde. Na diverse keren de motor te hebben laten afkoelen, aanduwen, stukje rijden en vervolgens het hele ritueel weer opnieuw zonk ons de moed wel enigszins in de laarzen. Klaas en Marie, die met ons waren meegereden en die ons heel goed hebben geholpen, moesten op enig moment afhaken, omdat ze in Nederland ook aan hun verplichtingen moesten voldoen. Mensen echt, het was een gezellig ritje en ik wil jullie van harte danken voor alle hulp, die je ons hebt geboden. Wij hebben dit echt gewaardeerd.
Na nog een keer gestrand te zijn op een parkeerplaats hebben wij eerst maar een bakje troost gedronken. Diverse experts op het motorgebied konden ons toch niet verder op weg helpen. Aanduwen echter lukte toen nog wel.
Vlak voor Wavre hebben het ritueel maar weer herhaald; motor aanduwen, terugrennen, jassen aan, wegwezen en zien dat we haar weer konden inhalen. Hierbij had Astrid even met aan haar breed uitstekende kofferset gedacht en botste bij het wegrijden vol overtuiging tegen mij aan. Daar wij op de vluchtstrook stonden bleef de schade beperkt; nog voor de witte streep ging ze tegen de vlakte en kwam daar tot stilstand. Schade beperkte zich tot een minimum, zodat de achtervolging vrijwel direct kon worden ingezet.
Wat je dan allemaal niet door het hoofd heen spookt: zou ze de goede afslag nemen, kunnen wij haar op tijd inhalen voordat ze zonder verlichting de tunnels inrijdt enzovoort.
Gelukkig lukte dit. Vlak voor de grens ging het weer mis. Jacqeline zat op haar stalen ros en leek zich te hebben ingeschreven voor de plaatselijke rodeo. We vervolgden hortend, stotend en wild bokkend onze weg op de vluchtstrook, de nacht in. Toen werd het stil; de motor wilde niet meer. Omdat de grens heel in de verte reeds zichthaar was besloten wij het laatste stuk maar te duwen; na enkele honderden meters geduwd te hebben loste wij elkaar steeds af.
Wat waren wij blij toen we in de verte het blauwe bord met het ons zo vertrouwde woord "Nederland" zagen staan en wat waren wij teleurgesteld toen daar nog een ander bord bij stond "2 kilometer". Eindelijk was het dan zo ver; de grens was bereikt en de Wegenwacht stond paraat. Hij heeft de motor weer aan de praat gekregen door de accu helemaal op te laden. Tegen 11 uur konden wij onze weg weer vervolgen en waren tegen 12 uur in Almere. Dat we door mijn toedoen even bij Utrecht verkeerd reden zal ik niet vermelden, zo ook niet het feit dat wij allerminst prettig roken, door de inspanningen van die dag.
Volgend jaar zal het anders gaan. Onze introducé zal onder de Alias "Simone" opnieuw een poging doen ons te bewegen tot een dergelijke krachtsinspanning.
Het was een onvergetelijke dag en dat was het.
Astrid, Ate en Jacqeline