datum | zondag 29 september 2002 | ||||||
start |
| ||||||
pauze |
Voor een snellere doorstroming is hier een eenvoudige standaard lunch verkrijgbaar | ||||||
finish |
| ||||||
kosten | YDCN leden : gratis Introducé : € 4,00 | ||||||
vertrektijd | Tussen 10.00 en 11.00 uur in kleine groepjes | ||||||
einde rit | ± 16.00-17.00 uur | ||||||
lengte rit | 125 km | ||||||
tanken | n.n.b. | ||||||
aanrijroute | |||||||
bijzonderheden | Aan deze route werkten mee: Wybe & Lidy Hof en Chris Koopman | ||||||
toerrit beschrijving | De toerritbeschrijving is hier te downloaden in PDF formaat. Om dit bestand te kunnen bekijken en printen heeft u de Adobe Acrobat Reader versie 5.0 of hoger nodig. Deze is te vinden op de website van Adobe. Als u op het gele "Get Acrobat Reader" logo klikt komt u vanzelf bij de juiste pagina.
| ||||||
deelnemers | Onderstaande aanmeldingen op volgorde van aanmelding.
| ||||||
verslag | Stuur je verslag naar info@ydcn.nl | ||||||
Wieden en Weerribben | Twee schitterende natuurgebieden liggen in de onmiddellijke omgeving van Blokzijl. Noordelijk 'De Weerribben' (Nationaal Park) en zuidelijk 'De Wieden'. Aan het begin van onze jaartelling was het gebied een moerasdelta. Rivieren als de IJSSEL, Linde, Drenthse Aa, vonden in het lage land hun weg naar open water (Flevo, Almare en later Zuiderzee). Door de vele overstromingen, afgewisseld met perioden van rijke plantengroei, vormden zich veenlagen; soms wel tot twee meter dikte. Toen de Hollandse bossen opgestookt waren in de open haarden en fornuizen, of waren aangewend als timmer en geriefhout, begon men ook rond Blokzijl met de vervening. Zeg maar turfwinning. Nodig, want alternatieven als steenkool, aardolie en aardgas kende men niet. Tijdens het afgraven van het laagveen ontstond, noordelijk, een landschap van 'Weren' (water, trekgaten) en 'Ribben'. Ribben zijn smalle legakkers waarop men de turf te drogen legde en die later gebruikt werden voor kleinschalige veeteelt. In het Wieden-gebied, waar men al veel vroeger verveende, hield men zich niet aan afspraken over 'Ribben'. Gevolg: bij de overstromingen van 1776 en 1825 spoelde het land tussen de trekgaten weg. En zo ontstond het merengebied. De Beulaker-, Belter-, Boven- en andere Wieden.Ze sloten aan op enkele meren die al in de ijstijd onstaan zijn. Zoals het Gieterse- en Duinigermeer. 'Wiede' staat dus voor een meer, dat door mensenwerk is ontstaan. Aan het begin van deze eeuw was de veen-voorraad praktisch uitgeput. Bovendien kwamen er brandstof-alternatieven. De bevolking schakelde over op de visvangst. Daarnaast had men wat vee en zorgde men voor groente en fruit voor eigen gebruik. De belangrijkste bron van inkomsten werd al gauw de rietteelt. De natuur zorgde voor 'verlanding' van het open water en riet gedijt uitstekend, zolang de verlanding niet te ver doorzet. Nu ziet men op veel oude rietlanden het moerasbos opschieten. De flora, in het water, op drijftillen en kraggen, op de blauwgraslanden en in de moerasbossen is ongekend. Dat zelfde geldt voor de vogels die men hier aantreft. Purperreigers, roerdompen, kiekendieven, karekieten en talloze water- en zangvogels bevolken de groene jungle. |
Last update 12-Aug-2012 |